Mitchell First,The Unusual Pe Preceding Ayin Order in the Acrostics of the Book of Eikhah
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Pe.] [56]Des HEEREN [57]aangezicht heeft ze [58]verdeeld. Hij zal ze voortaan [59]niet meer aanzien; [60]zij hebben het aangezicht der priesteren [61]niet geeerd, zij hebben [62]den ouden geen genade bewezen. 56. Dit spreekt de profeet in den persoon der heidenen. 57. Dat is, des Heeren toorn. Zie de aantekening Lev.17:10, en Ps.21:10. 58. Of, verstrooid; te weten onder de vreemde en wijdgezeten heidenen en natien. 59. Te weten met een blij gelaat, of om hen in genade aan te nemen. 60. Te weten, de Joden hebben de leraars der wet, die zij hadden, niet geacht. Anders: [zij], te weten de Chaldeen, hebben de priesters niet verschoond. 61. Hebreeuws, niet opgenomen. 62. Of, de oudsten, dat is, de overheden noch priesters.